
Onderzoeksmethodologie
Vanuit de contextanalyse is een gekozen voor een innovatiestrategie passend bij de principes van een sociaal paradigma en de programmatische strategie. Betekenisgeving, aangaan van de dialoog, het opdoen van ervaringen, voorkomen van dubbelzinnigheden, uitspreken van verwachtingen en het creëren van een lerende cultuur staan hierbij centraal en passen bij de bovengenoemde strategieën. Binnen de innovatie is het begrip Design Thinking bepaald als methode om bovengenoemde strategie uit te voeren. De vijf fases van Design Thinking komen als een iteratief proces terug in de podcasts, gespreksverslagen, literatuuronderzoek en ontwerpsessies. Binnen de onderstaande methodologie wordt de keuze voor Design Thinking als basis onderbouwd. De stappen van Design Thinking bestaan uit emphatize, define, ideate, prototyping en testing (Mulder, 2018) en zijn eerder uitgelegd in de innovatiestrategie.
Het onderzoek is opgedeeld in verschillende lagen en wordt ook wel gedefinieerd als een “onderzoeksui”. Hierbij staat de onderzoeksfilosofie, onderzoeksstrategie, onderzoeksdoel, onderzoeksmethode en het verzamelen van gegevens centraal (Melnikovas, 2003).
Onderzoeksfilosofie
Er is gekozen voor een sociaal constructivistische onderzoeksfilosofie (Interpretivisme) . Deze kijk op onderwijs gaat er van uit dat een ieder een andere interpretatie op de werkelijkheid heeft. Hierbij is het van belang om vanuit een empathische houding op zoek gaat naar betekenis van verschillende mensen te begrijpen (Melnikovas, 2003). Kijkend naar de onderzoeksstrategie past deze bij de stappen van Design Thinking, waarbij empathie een belangrijk startpunt is om tot een gezamenlijk ontwerp te komen.
Onderzoeksmethode
De onderzoeksmethode vormt een mix tussen deductief en inductief. Aan de ene kant worden er gegevens verzameld om tot een gezamenlijk theoretisch te komen. Terwijl er aan de andere kant op basis van een bepaalde theorie is gehandeld om de interventies vorm te geven. Het iteratieve proces zorgt ervoor dat er constant vanuit twee perspectieven naar het onderzoek wordt gekeken, een theoretische basis of gegevens uit de praktijk. Ook binnen design thinking wordt er constant geswitcht tussen verschillende ontwerpfasen.
Onderzoeksstrategie
Binnen het onderzoek vormen de verschillende fases (emphatize, define & ideate) de uitgangspunten om tot een ontwerp te komen. Er zijn gesprekken gevoerd met verschillende belanghebbenden binnen de organisatie (FP-Design, kwartiermaker flexibel onderwijs, i-coaches, opleidingsmanagers en docenten) om tot een gezamenlijk ontwerp te komen. Deze keuzes vormen een mix tussen actieonderzoek en ontwerpgericht onderzoek. Ontwerpgericht onderzoek richt zich op het verbeteren van kwaliteit binnen een leeromgeving (Donk & Lanen, 2012). Dit is uiteindelijk het doel van het onderzoek: verbeteren van de onderwijspraktijk van onderwijsteams gericht op Blended Learning. Kenmerken van actieonderzoek zijn gericht op het samen zoeken naar betekenissen en acties. Samen ontwerpen door zo elkaars perspectieven en ervaringen beter te begrijpen (Zouwen, 2018). Iets wat past bij de verschillende pijlers van de innovatiestrategie waarbij er binnen het onderzoek op zoek wordt gegaan naar de betekenis van Blended Learning binnen de onderzoeksgroep.
Onderzoeksdoel
Het onderzoeksdoel richt zich op een verkennend onderzoek. Allereerst is het doel om via de de fases van Design Thinking te verkennen wat er speelt binnen de micro, meso en micro context. Om op die manier te inzicht te genereren in wat de behoefte is op verander- en onderwijskundig vlak. Met dit inzicht kan er uiteindelijk een prototype (ontwerp) worden gemaakt wat getest kan worden in onderwijsteams. Op basis van die test, kan er verder worden verkend in hoeverre het ontwerp verandering in gang brengt binnen het de onderwijspraktijk en wat de vervolgstappen kunnen zijn.
Onderzoeksproces
Het onderzoeksproces is gebaseerd op de verschillende fases van Design Thinking en actieonderzoek. Actieonderzoek bestaat uit de een aantal fases: ontwikkeling van het eerste idee, informatieverzameling met betrekking tot het onderwerp, de eerste stap tot verandering, evaluatie en heroriëntatie (aangepast ontwerp) en de tweede stap tot verandering (Zouwen, 2018) Hierbij worden de fases onderbouwd vanuit validiteit en betrouwbaarheid (Donk & Lanen, 2012).
Validiteit
-Resultaatvaliditeit: de mate waarin er gebeurtenissen optreden die leiden tot een oplossing van het probleem dat aanleiding was het onderzoek te starten.
-Procesvaliditeit: past het bij de organisatie en het leerproces van de docent?
-Democratische validiteit: is het voldoende overleg met belanghebbenden?
-Katalytische validiteit: In hoeverre is het onderzoeksproces gericht op het beter begrijpen van de onderwijspraktijk en het verbeteren van de onderwijspraktijk in de toekomst?
-Dialogische validiteit: in hoeverre is er uitwisseling met collega’s in het onderzoek en wordt het onderzoek kritisch gevolgd?
Betrouwbaarheid
De betrouwbaarheid van het onderzoek is te meten via verschillende richtlijnen (Donk & Lanen, 2012):
-Zorg voor goede triangulatie door het gebruik van verschillende bronnen, manieren van verzamelen en de inzet van verschillende personen.
-Creëer betrokkenheid en feedback.
-Zorg voor transparantie over het maken van verschillende keuzes.
-Verdiep in de organisatie.
-Gebruik verschillende vakliteratuur.
-Richt het onderzoek in op basis van verschillende perspectieven.
-Zet het praktijkprobleem centraal; wordt het probleem daadwerkelijk onderzocht?
Op basis van het onderzoeksproces, validiteit en betrouwbaarheid is het onderstaande proces ontstaan. Hierbij is het proces gekoppeld aan de verschillende deelvragen.






