Binnen ROC Friese Poort zijn we de bij de afdeling Economie & Ondernemen (Emmeloord) gestart met de ontwikkeling van ¨breed opleiden in een hybride leeromgeving’’. Binnen het team ben ik, samen met collega’s, verantwoordelijk voor de uitrol van de hybride leeromgeving. Dit bestaat uit het schrijven van verschillende onderwijsmodules waarin we werkprocessen van vijf verschillende opleidingen samenvoegen tot één gezamenlijke leeromgeving. De beroepscontext van deze vijf verschillende opleidingen vormt de ruggengraat van de opleiding.
Wendbaar & betekenisvol opleiden
Het ontwikkelen van de hybride leeromgeving is ontstaan vanuit verschillende aanleidingen. Binnen de sector waarin wij opleiden, zijn veel veranderingen gaande;
‘’Als er één sector is waarin de technologie in absurd hoog tempo de koers heeft bepaald, is het wel retail. De manier van verkopen, kopen, betalen, beleven, marketing: alles heeft een verandering ondergaan. Het retaillandschap is allang niet meer te vergelijken met dat van een aantal jaren geleden” (FrankWatching, 2018)
Deze veranderingen vragen van ons een andere kijk op onderwijs, een andere visie. Studenten zullen meer moeten anticiperen op de steeds veranderende werkomgeving. Door breed op te leiden en in te zetten op de hybride leeromgeving, verwachten wij dat we studenten wendbaarder klaarstomen voor de arbeidsmarkt. De student heeft langer de tijd om zich te oriënteren en komt tijdens de opleiding in contact met verschillende vaardigheden. Naast het breed opleiden ontstaat er direct een kans om op een andere manier naar onze didactiek te kijken; hoe kunnen we zelfregulering bij studenten bevorderen? En hoe creëren we een hybride leeromgeving?
Wat is een Hybride Leeromgeving?
In het artikel van Leraar24 wordt de hybride leeromgeving op een handige en visuele manier uitgelegd. Een hybride leeromgeving bestaat uit twee dimensies. De eerste bestaat uit twee verschillende manieren van leren: acquisitie en participatie. Acquisitie bestaat uit het delen van kennis gericht op de beroepspraktijk. Participatie betekent deelnemen aan een ‘’community of practice’’, ofwel de beroepspraktijk waarin de student zich beweegt. De andere dimensies bestaat uit de context waarin je kan leren: realistisch of geconstrueerd. Realistisch betekent het leren toepassen in de beroepspraktijk en geconstrueerd bestaat uit het creëren van simulaties waarin studenten kunnen oefenen voor de echte beroepspraktijk.
Het kwadrant aan de rechterkant bestaat uit realistische participatie en acquisitie. In een realistische participatie leert de student in de praktijk door direct te doen. Binnen een hybride leeromgeving wordt er voor gekozen om de praktijk soms even op pauze te zetten. Je spreekt dan van een realistische acquisitie. De student heeft dan tijd om met een coach of docent te reflecteren op zijn ontwikkeling. De tweede dimensie bestaat uit geconstrueerde acquisitie of participatie. Vanuit de geconstrueerde acquisitie krijgt de student kennis die hij direct kan toepassen binnen de andere dimensies van de hybride leeromgeving. Bij een geconstrueerde participatie wordt de praktijk zo echt mogelijk nagebootst, waardoor de student de mogelijkheid heeft om te oefenen (Leraar24, 2019)
Een hybride leeromgeving geeft betekenis aan het onderwijs. Studenten weten waarom ze aan het leren zijn. Daarom is het van belang dat de vier kwadranten altijd met elkaar in verbinding staan, alleen dan ontstaat er betekenisvol onderwijs. In het filmpje van Willem 1 college (Platform beroepsonderwijs, 2014) is te zien hoe de hybride leeromgeving zich uit in de onderwijspraktijk.
”Binnen een skills les is er ruimte om de tijd stil te zetten, even geen gasten maar tijd om te reflecteren en te oefenen”
Hoe uit zich dat in de onderwijspraktijk?
In het nieuwe plan binnen economie & ondernemen geven wij de studenten een combinatie tussen de vier kwadranten van een hybride leeromgeving. De leeromgeving bestaat uit een mix van 21e eeuwse vaardigheden waarbij de student veel in aanraking komt met zijn persoonlijke vorming. Op een projectmatige wijze werken studenten, via de Scrum methode, aan realistische praktijkopdrachten met echte opdrachtgevers. De docent heeft hierbij een coachende rol waarbij hij coacht op eigen regie van de student. In plaats van het werken met theorie examens, werken studenten aan portfolio’s waarin ze theoretische bewijslast creëren en reflecteren op eigen persoonsvorming binnen een module. Binnen de workshops maken studenten kennis met verschillende theorieën, die ze gelijk kunnen toepassen in de beroepspraktijk. Het doel hiervan is dat we studenten niet alleen kennis willen laten reproduceren, maar dat ze zich ontwikkelen in kennis oplossingsgericht toepassen, in verband brengen en kunnen samenvoegen.